© Reporters

Dertig jaar na het Heizeldrama: ‘Nooit zo bang geweest’

Ken Lambeets
© Brussel Deze Week
27/05/2015

29 mei 1985. De finale van Europacup 1 tussen Juventus en Liverpool op de Brusselse Heizel belooft een feest te worden, maar met 39 doden en 257 gewonden draait het anders uit. Een reconstructie met een supporter, een politieagent en de toenmalige kabinetschef van de burgemeester.

Donderdagmiddag 21 mei 2015, 12 uur. In café Italo Belge, een van de laatste Italiaanse cafés van Molenbeek, nippen een twintigtal Italiaanse Brusselaars van hun espresso. Sinds de opening in 1982 veranderde er weinig aan het interieur van de bar. Een piepklein scherm streamt beelden van Andrea Pirlo, de aanvoerder van voetbalclub Juventus Turijn.

Overvol
Aan de bar zit Antonio Mari (53). Zaterdag vliegt hij naar Turijn om er de wedstrijd tussen de Oude Dame (bijnaam Juventus, KL) en Napels bij te wonen.

Dertig jaar geleden had hij ook tickets voor zijn favoriete voetbalploeg, die het in de finale van de Europacup 1 zou opnemen tegen Liverpool, in het Brusselse Heizelstadion.

Op 29 mei 1985 wil Mari de spelers van Juventus tijdens de ochtendtraining aan de Heizel al een hart onder de riem steken. Dat plan moet hij echter bijstellen, wanneer hij ter plaatse de supporters van Liverpool na een in alcohol gedrenkte reis uit hun bussen ziet stappen. “De sfeer was grimmig, er waren relletjes. We hebben geen enkele speler van Juventus gezien en besloten om terug naar huis te gaan,” zegt Mari. “Maar eerst verkochten we onze tickets, dat leek ons veiliger. Een juiste beslissing, bleek later.” Mari volgt de wedstrijd noodgedwongen in café Italo Belge. “De bar was overvol, maar gezien de gebeurtenissen rond het stadion was de sfeer niet bepaald optimaal.”

Vertrappeld
Ongeveer een uur voor de wedstrijd beginnen de problemen in het stadion, tijdens een duel tussen jeugdspelers van Belgische selecties. Eén jeugdteam speelt in het wit, een ander in het rood, de kleuren waarin een uur later Liverpool en Juventus zullen aantreden. De Juve-supporters kiezen partij voor de witten, die van Liverpool voor de roden. De supporters dagen elkaar uit.

Heel wat Juve-supporters, Belgische en echte Italianen, hebben kaarten bemachtigd voor vak Z, dat voorbehouden is voor neutrale Belgische supporters en grenst aan het vak X, waar de hevigste supporters van Liverpool de match volgen.
Wanneer de massa begint te trekken en te duwen, kan een rij agenten tussen de twee vakken (foto) maar weinig weerwerk bieden. Loszittende stenen van het vijfenvijftig jaar oude stadion vliegen heen en weer tussen vakken X en Z, de jeugdwedstrijd wordt vroegtijdig afgefloten. Liverpoolsupporters bestormen het vak met fans van Juventus, die in paniek naar de zijkant van het vak vluchten. Daar proberen ze over een muur te klimmen, maar die begeeft het onder het gewicht van de vluchtende massa. Heel wat supporters vallen naar beneden, anderen worden vertrappeld in de menigte. De neervallende muur en de daaropvolgende chaos maken tientallen doden en honderden gewonden.

Woedende supporters
Op dat moment doet Marc Van Opdenbosch, die net van de politieschool komt, patrouille in Sint-Gillis en in de omgeving van het Zuidstation. “We hoorden eerder op de radio dat er problemen waren in de binnenstad, maar in de buurt van het Zuidstation hielden de Britse en Italiaanse supporters zich rustig.”

“Plots kregen we een oproep om ons dringend aan het commissariaat te melden. Na een korte briefing moest ik me met twee collega’s zo snel mogelijk naar de Heizel begeven. Daar heerste er grote paniek. We kregen de opdracht om een gordel te vormen aan de vakken M en N, tegenover de woedende supporters van Juventus. De match was op dat moment nog niet begonnen.”

“De Italiaanse supporters hadden gezien wat er gebeurd was aan de overkant van het veld, ze wilden wraak. Vier uur lang werden we bekogeld met stukken beton en andere brokstukken van het stadion – we konden ons enkel weren met een helm en een harnas. We stonden op een atletiekpiste, op vijf meter van de tribune. Op het einde van de match zag je het tartan niet meer liggen.”

Van Opdenbosch beleeft de schrik van zijn leven. “Ik ben nooit zo bang geweest als toen. We waren met veel te weinig, zeker in het begin van de wedstrijd. We hadden vooral schrik dat de omheining het zou begeven en dat de toeschouwers ons zouden bestormen. Na een tijdje kwamen er gelukkig meer agenten toe; zelfs collega’s die met verlof waren, werden opgetrommeld.”

Ereronde
Ondertussen is ook Freddy Thielemans, op dat moment kabinetschef van Brussels burgemeester Hervé Brouhon (PS), aan het stadion aangekomen. “Terwijl ik een pint pakte aan de boulevards, waar het op dat moment relatief rustig was, kwam ik een commissaris van de interventiebrigade tegen. ‘We moeten ons meteen naar het hoofdcommissariaat begeven’, vertelde hij. Daar aangekomen bleek de burgemeester zoek. Hij bevond zich in de salons van de Belgische voetbalbond.”

Na een lange discussie beslissen burgemeester Brouhon en luitenant-generaal Bernaert van de rijkswacht om de wedstrijd toch te laten spelen. “Dat was een moeilijke beslissing. Als ik toen al burgemeester was geweest, had ik de match niet laten spelen, uit respect voor de slachtoffers. Maar als de match zou worden afgelast, moest men de tribunes laten ontruimen, wellicht met nog meer rellen tot gevolg.”

Tot opluchting van de agenten voor vakken M en N winnen de Italianen de wedstrijd, dankzij een penaltydoelpunt van Michel Platini. “Tijdens de ereronde van de Italianen, konden de Engelse supporters het stadion verlaten. Na de wedstrijd keerde de rust eindelijk terug,” aldus Van Opdenbosch.

Minder rustig is het in het naburige Brugmannziekenhuis. Naast de 39 doden zijn er namelijk honderden gewonden, met gebroken benen, armen, ademhalingsproblemen en mensen die in shock zijn. “De Italianen spraken geen Frans of Nederlands, het was één grote chaos,” herinnert Mari zich.

“Toen ik om vier uur ‘s nachts thuis kwam, ben ik als een klein kind beginnen te huilen,” weet Thielemans nog. “Ik was op van de zenuwen.”

Politiehervorming
Meteen na het Heizeldrama ontstaat er in nationale en internationale media een polemiek over de vraag wie verantwoordelijk was voor het drama. Een parlementaire onderzoekscommissie ondervraagt alle betrokkenen: de Belgische voetbalbond, die het aftandse sportstadion voor de finale geschikt had verklaard, de ordediensten, en zelfs enkele medewerkers van het departement van Binnenlandse Zaken, dat bij operaties van ordehandhaving bevoegd is op het hoogste niveau en over de coördinatie van de veiligheidsdiensten moet waken.

Vooral minister van Binnenlandse Zaken, de Brusselaar Charles-Ferdinand Nothomb (PSC), moet het ontgelden. Blijkbaar vertrouwde Nothomb volledig op de voorbereidende vergadering die hij op 23 mei had belegd en waar de Brusselse burgemeester Hervé Brouhon, de Brabantse provinciegouverneur, de rijkswacht en de organisatoren aanwezig waren geweest. Achteraf zou dit initiatief echter onvoldoende blijken. Bovendien was de minister op de avond van de feiten niet in het stadion aanwezig.
“Er zijn twee grote fouten gebeurd,” herinnert de latere burgemeester Thielemans zich. “De voetbalbond wou dat vak Z open was voor publiek, om meer inkomsten te hebben. Maar in plaats van met neutrale toeschouwers, zat het vak vol Italianen en Italiaanse Belgen, die hevig voor Juventus supporterden.”

“Ten tweede: één deel van het stadion stond onder toezicht van de rijkswacht, het andere onder toezicht van de politie. De burgemeester had aangedrongen op één front, maar bij Binnenlandse Zaken gingen ze daar niet mee akkoord. Er was geen coördinatie tussen de korpsen. Het Heizeldrama is volgens mij een van de aanleidingen geweest voor de latere politiehervorming.”

Verwijten
Op 28 oktober 1988 start het onderzoek naar de schuldigen. Het verdict: de secretarissen-generaal van de Belgische en de Europese voetbalbonden worden veroordeeld. Dertien Britse supporters krijgen een celstraf. Rijkswachtkapitein Johan Mahieu wordt zowel in eerste aanleg als in beroep veroordeeld tot zes maanden met uitstel. De hogere rijkswachtofficieren, minister Charles-Ferdinand Nothomb en burgemeester Hervé Brouhon komen weg zonder straf. “Maar vergis je niet: het Heizeldrama is Brouhon tot aan zijn dood blijven achtervolgen,” zegt Thielemans. “Hij voelde zich persoonlijk verantwoordelijk en hij werd er nog vaak over aangesproken.”

‘Barcelona favoriet’
Vaak moet er eerst een ramp gebeuren, eer er maatregelen worden genomen. In de nasleep van het Heizeldrama wordt in veel landen werk gemaakt van een voetbalwet, met de verplichting om een rampenplan op te stellen voor evenementen met een groot aantal bezoekers en risicowaarde. “Op dertig jaar tijd is er enorm veel veranderd,” weet Van Opdenbosch.

Thielemans: “Tien jaar geleden hebben we een monument opgericht aan het Koning Boudewijnstadion, waarin de namen van de 39 slachtoffers zijn verwerkt. Een emotionele gebeurtenis. Een vader van een van de Italiaanse slachtoffers vertelde me dat hij dankzij die erkenning eindelijk kon stoppen met rouwen om de dood van zijn zoon. Dat heeft veel indruk op me gemaakt.”

Vandaag, dertig jaar later, staat Juventus nog altijd hoog in de Europese voetbalhiërarchie. Op 6 juni nemen de bianconeri het in de finale van de Champions League op tegen Barcelona – niet in Brussel, maar in Berlijn. “Barcelona is natuurlijk torenhoog favoriet,” zegt Mari. “Maar in voetbal weet je nooit. Met de Oude Dame ben je nooit klaar.”

De grauwe jaren 1980

In de jaren 1980 oogde Brussel wel even anders. Brussel Deze Week ging graven in die nabije geschiedenis. Een terugblik op de pioniers van de Dansaertstraat, de CCC, de muziekscène en enkele wel erg kleurrijke burgemeesters uit die tijd. 

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport, De grauwe jaren 1980

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni